De oprichting van de referentiecentra mucoviscidose in 1999 zorgde voor een betere levensverwachting en een betere levenskwaliteit voor de patiënten. Laurette Onkelinx erkent dat: “in België beschikken we over zeven referentiecentra van uitzonderlijke kwaliteit en de resultaten van deze centra behoren tot de beste op Europees en wereldniveau.”

 

Omdat het ten laste nemen veelzijdiger werd en de behoefte aan paramedische ondersteuning toenam, moeten de professionelen van de referentiecentra thans het hoofd bieden aan toenemende problemen om een optimale multidisciplinaire opvang te kunnen behouden. De minister bleef niet ongevoelig voor deze nieuwe behoeften: “Ik kon me niet beperken tot alleen maar nota te nemen van deze positieve evaluatie, vooral niet omdat deze centra melding maakten van toenemende behoeften op paramedisch vlak en betreffende de psychologische ondersteuning van de patiënten.”

 

Daarom heeft de minister, in het kader van het programma “prioriteit aan chronisch zieken” en na onderzoek van de huidige budgettaire context, een bijkomend budget van 950.000 euro vrijgemaakt om de conventies met de referentiecentra mucoviscidose vanaf 2010 aan te passen en te herwaarderen.